Het is donker in je slaapkamer – het is dan ook midden in de nacht. Je ligt stil en houdt je ogen gesloten. Je draait je nog maar eens om en zucht. Waarom val je toch niet in slaap? Waar blijft die heerlijke verlossende slaap, de slaap die je nu zo hard nodig hebt!? Nog maar zes uur tot de wekker gaat… Haal je weer die acht uur niet en ben je morgen weer gesloopt! Je kan de frustratie nauwelijks onderdrukken. Naast je ligt je partner, zoals gewoonlijk wel lekker te slapen. Wel willen maar niet kunnen slapen, zorgen maken terwijl de rest van de wereld in dromenland verkeerd – het is werkelijk een bijzonder vervelende ervaring.
Het is ook een ervaring die de meeste mensen wel eens hebben meegemaakt. Of het nu moeite met in slaap vallen was, of s’ochtends (veel) te vroeg wakker worden en niet meer verder kunnen slapen – iedereen weet wat slapeloosheid is. Nu zijn er nogal wat mensen die vaak last hebben van slapeloosheid. Dus in plaats van af en toe of gedurende tijden van stress hebben zij hier zeer regelmatig last van, voor een lange tijd. Dan spreken we over chronische slapeloosheid.
Een groot gedeelte van de bevolking heeft wel eens problemen met in slaap vallen of te vroeg wakker worden. Maar liefst 9-15% van de bevolking ondervindt ook overdag last van zijn/haar slapeloosheid. Bij 6,0-8,5% van de bevolking kan zelfs gesproken worden van chronische slapeloosheid – de slaapstoornis insomnie (Ohayon, 2002; Spoormaker & van den Bout, 2005).
Mensen die last hebben van insomnie slapen slecht. De voornaamste klachten zijn: moeite hebben met inslapen, niet doorslapen of niet uitgerust zijn na de slaap. Mensen die last hebben van insomnie liggen doorgaans uren wakker, liggen te draaien te piekeren en wat ze ook doen ze komen slecht in slaap. De volgende dag zijn deze mensen dan ook erg moe, snel prikkelbaar en versuft. Doordat mensen zo moe zijn proberen ze soms overdag bij te slapen wat dan weer slapeloosheid `s nachts als gevolg heeft.
Lees meer informatie over ‘oorzaken’, ‘gewoontes’ en ‘gedachtes’.